dinsdag 22 januari 2013

Alignment Tool

Bedrijfsprocessen in lijn brengen mbv Alignment Tool (CEN TC 348/NEN 2748)

De naam van de methodiek in de bovenstaande titel - die ik bedacht en ontwikkeld heb voor de NEN - heeft betrekking op onder andere de bedrijfsprocessen. Vanuit het primaire proces kun je een aantal secundaire bedrijfsprocessen aanwijzen, die het primaire proces ondersteunen. Deze ondersteuning dient optimaal te zijn in de zin van ultieme afstemming en minimale verliezen. Alle overige secundaire kosten zijn daarmee verantwoord. Bij een grote kabelexploitant heb ik de testcase van het Alignment Tool met succes laten plaatsvinden. Meer en dit in mijn boek “Van bovenkamer naar onderbuik”.

Gezien de diversiteit van de bedrijfsprocessen en daarmee de karakters van de bijbehorende prestatie-indicatoren is het noodzakelijk te integreren vanuit de secundaire processen om uit te kunnen komen op het primaire proces, in dit geval alleen mogelijk vanwege het principe van de Laplace-transformaties. Hiervoor heb ik in relatie tot de NEN 2748 of CEN/TC 348, de normering aangaande het Europese Facility Management, een methodiek uitgedacht, die dat feilloos aan kan. Ik noem deze methodiek ProPyMax : De Procesbeheersing middels Pyramidebenadering en weergegeven in een Matrixrekenstructuur. Deze rationele methodiek “rekent” op alle fronten uit of en in welke mate de secundaire processen in lijn liggen met het primaire proces. Hoe groter de verschillen, hoe meer er bespaard kan worden door de processen in lijn te krijgen. Je kunt vervolgens precies op de juiste plek via de matrixcelbenadering de verliezen identificeren, verwijderen of minimaliseren.
~~~~~~~~~~~~~
Gezien het feit dat elk secundaire proces afwijkend is van elke andere, zouden ook de bijbehorende secundaire functies, prestatie-indicatoren en principes anders gekozen moeten zijn. Daarmee doel ik op het principe van de Laplace-transformaties, wat staat voor partiële differentiatie en integratie. Tevens laat ik hiermee het specifieke nuanceverschil en de kracht van de matrix als wiskundig rekenmodel naar voren komen. Met de principes maak ik enerzijds de link met de “natuurwetten”, zoals deze binnen de fysica, biologie en psychologie worden gehanteerd, anderzijds maak ik de link met de kernkwaliteiten en daarop volgend de competenties van de medewerker. Wanneer deze laatste in orde zijn, kan men praten over de juiste persoon met het juiste vakmanschap op de juiste plaats. Elke manager, die dat begrijpt en respecteert, weet gelijk dat dit wederzijds vertrouwen oplevert en daarmee hogere profits vanwege de Highest Performance bewerkstelligd door de medewerker.
~~~~~~~~~~~~~
Wanneer kan een kwaliteitssysteem of –model van meerwaarde zijn ? Dat is mogelijk wanneer de activiteiten, de resultaatgebieden en (eind-) producten concreet aantoonbaar zijn of wanneer er duidelijke prestatie-indicatoren  aan het proces toe te wijzen zijn. Het gevaar van Prestatie-indicatoren  is gelegen in het feit dat de tijdsfactor of eenheden per tijdseenheid, als kwaliteitscriterium wordt gehanteerd. Daarmee wordt een variabele als de tijdseenheid plotseling een concrete weegfactor. Wanneer ik de waardering of de klanttevredenheid daar overheen leg, dan is het duidelijk waar dit in het Zorgstelsel toe geleid heeft (Rick Niemann in gesprek met Michael Porter).
~~~~~~~~~~~~~
“Waarom zou ik zo veel geld voor de zorg betalen, terwijl het meeste geld gaat in het managen van de te besteden zorgtijd ?” Waarom kan ik niet direct naar een arts en hem contant betalen voor zijn geleverde diensten ? Hetzelfde geldt binnen het onderwijs, waar ik tevens werkzaam ben geweest. De budgetten die in het onderwijs worden gepompt, dienen op grootschalige wijze gemanaged te worden, althans dat is de tendens. Dat het overgrote deel van het bedoelde budget daar vervolgens aan wordt gespendeerd, waarmee de beoogde financiële effectiviteit daalt, is schijnbaar onbelangrijk. Ook hier tracht men zo veel mogelijk abstracte dienstverleningen te concretiseren. In de meer fysieke beroepen is de concretie gemakkelijk aantoonbaar. Ook bij de Zorg zoals onder bij andere beenbreuken en andere gelijksoortige kwetsuren en ziekten geldt hetzelfde. Hoe wordt omgegaan met de minder fysieke beroepen en bijvoorbeeld moeilijk te diagnostiseren ziektebeelden ?
Denkt u daarbij ook aan de competentiegericht leren vooral op middelbaar onderwijsniveau. 

Competenties zijn sterk gebaseerd op concrete handelingen, op het zichtbare, fysieke gedrag van de deelnemer. Alle sporadische successen ten spijt, ook binnen het Onderwijs is men meer drukdoende om een kwaliteitsmeetsysteem te implementeren voor het “meten” van deze competenties bij de deelnemers en minder met de inhoud van kwalitatief onderwijs zelf. De graadmeter bij onder andere ROC’s is het aantal uitgeschreven diploma’s. Daarmee worden de hoogtes voor de budgetten bepaald, anders gezegd het aantal uitgereikte diploma’s tijdseenheid. Het is daarmee een kwantitatief rationeel en concreet meetsysteem geworden, immers iedereen zou een diploma moeten kunnen krijgen en de onderwijsinstelling daarmee een hoger budget. Was dat - het de-mensioneren - de bedoeling ? 

1 opmerking:

  1. In dat zelfde jaar (2008) heb ik aan deze methodiek de methodiek van MyersBriggs (MBTI) gekoppeld. Juist omdat de processen helder en inzichtelijk zijn gemaakt is het een koud kunstje de bijbehorende gewenste denkstijlen en temperamenten hieraan te verbinden en deze vervolgens uit te bouwen met competenties (in die volgorde).

    BeantwoordenVerwijderen