woensdag 23 januari 2013

Riemann's Multiplicity (2)

Multiplicity of meerlagenheid

Als we deze analogie overbrengen naar de wijze hoe Deleuze dit verder uitwerkte middels zijn “Difference & Repetition”, overgenomen van Bergson. De Engelse teksten namens Stanford University aangaande Gilles Deleuze zijn op zijn zachtst gezegd soms lastig te volgen. Zeker als het om Deleuze zelf gaat, die ook van het 1 naar het ander zwalkte. Om grip te krijgen op zijn 2 hoofditems “Difference & Repetition” naast “Identity” heb ik de tekst voorlopig maar gelaten voor wat het is en ben er intuïtief mee aan de slag gegaan.
~~~~~~~~~~~~~
Op gelijke wijze trachtte ik nu de wetenschap van Gilles Deleuze inzichtelijk te maken binnen de context van Riemann’s Zèta-functie. Een voorname stelling van Deleuze is dat de identiteit het gevolg is van de verschillen die zijn opgetreden. Een identiteitsverschil staat niet primair aan de basis voor andere verschillen. Een identiteit ontstaat dus als gevolg van “Difference”, het verschil. Als we dat dan terugplaatsen naar de Multiplicity van Rieman, zou je kunnen zeggen dat – zoals het voorbeeld laat zien – een nieuwe laag wordt toegvoegd. Terwijl er tevens een verschil is opgetreden. Tevens is er als gevolg van de herhaling ook een verandering opgetreden in het aantal lagen. De lagen zijn zowel kwalitatief als kwantitatief veranderd. We praten hier voornamelijk in de metafysische sferen, alhoewel deze redenatie ook opgaat, als we aan de genoemde aspecten fysio-biologische eenheden ophangen. 
~~~~~~~~~~~~~
In dit laatste woord zien we dan ook de uitkomst van Riemann’s Zèta-functie, namelijk 0, of wel “impossible”; ζ(s) = 0. De Riemann-functie oogt vreemd, het lijkt een optelling, niets in minder waar. Hij koppelde er namelijk meer dan 1 dimensie aan vast.

 ζ(s) = 1 + 1/2s + 1/3s + 1/4s + …… ó ζ(s) = 0
Hoe kan het dat een “optelling” dan toch naar 0 toe gaat ? Deze “optelling” laat geen sommatie zien maar een multidimensionele verplaatsing, beredeneerd vanuit Riemann’s meetkunde, waarbij het resultaat – hier 0 – duidt op de uiteindelijke afwijking ten aanzien van de kern. Stel je dit voor als een bewegende spiraal die zich concentrisch focust en die daarmee steeds dichter op zijn fictieve middelpunt of kern afgaat. De afwijking ten opzichte van de kern – het resultaat “nul” – is hiervan het gevolg. De diverse slagen die de spiraal maakt, zijn te beschouwen als lagen; de meerlagenheid of multiplicity, waar Bergson en Deleuze over spraken. Het feit dat Bergson spreek over “finalism” en “impossible” liggen in het getal 0 opgesloten. Geen beweging of voortgang betekent stilstand. En daar hij beweging associeert met een homogeniteit, een eeuwig durende harmonisch verloop vanuit een vitale en goddelijke energie, zou dit daarmee tegenstrijdig zijn.
Stel dat we dus via de creatieve evolutie en onze intuïtieve intelligentie “op 0 zouden kunnen uitkomen” dan zijn we wellicht de “Void”, de “Nul” de “Leegte” en daarmee de “Alles-en-Niets”. Kan dat of sluit Bergson dit hier terecht uit ? Of doelt hij op het moment dat het individu de Absolute Kennis bereikt heeft, hij geen afwijking meer ervaart vanuit die ene Waarheid ? Allemaal filosofische gedachten van mij zelf die op dat moment gewoon voorbij kwamen en beschreven in "Apprenti". Hoe ver is jouw waarheid nog  weg ?




Geen opmerkingen:

Een reactie posten