Chaos : een impliciete Order
Wat is chaos, wat is orde ? Zijn het tegengestelden ? Zo ja, heft het
één de ander op ? Nee. Het zijn complementen van elkaar. Daar waar orde heerst
zal (ooit weer) chaos ontstaan en daar waar chaos is, zal iemand trachten er
weer orde, structuur in aan te brengen. Nu bestaat er voor beide begrippen
wellicht een eenduidige definitie, in werkelijkheid is die er allerminst. Hoe
kunnen we dit fenomeen verder uiteen zetten ? Dit is terug te lezen in mijn vierde boek : "De 4 Wereldbeelden namens Will McWhinney".
Een korte toelichting van het
organisatievlak is het volgende. Daar waar zich de meeste interactie afspeelt,
is voornamelijk bij de randen. Er is een
constante uitwisseling van materie, energie en/of informatie. Houd daarvoor
bijvoorbeeld de fractale structuur van het wortelstelsel in gedachten. Wat doen de spreeuwen tijdens hun vlucht in de zwerm ? Zij verlaten het “organisatievlak”,
echter ze trachten zo snel mogelijk weer aan te sluiten. Immers “van het
organisatievlak afvallen” betekent in een catastrofe belanden. Denk eens aan de
slechtvalk die loert op de eenling buiten de zwerm of die ene vis die eventjes
de school verlaat. Hoe toepasselijk geldt hier “Samen staan we sterk ?“ Wat maakt deze verbinding zo
sterk ? Fysiek gezien is elke “keten” zo sterk als de zwakste schakel. Toch
gaat dat hier niet op. Er is sprake van een aantrekkende energie, die alle
vormen en dimensies te boven gaat. Op een meer basaal niveau is deze
toewijsbaar aan het instinct. Bij mensen spreek ik liever over intuïtie vanwege
een stuk bewustzijn dat de mens boven de dieren- en plantenwereld doet
uitstijgen. Ook dat is nog onvolledig.
~~~~~~~~~~~~~
Aangezien we hier over een
dynamisch vlak spreken, is het wel toepasselijk hier vectorwiskunde op toe te
passen. We kunnen hier een drietal vectoren in plaatsen. Twee daarvan liggen
“in het vlak” waarbij de splijter in de plooi ligt, de derde staat er loodrecht
op. Hoe is dat te beschouwen ? Het
vectorproduct van de splijter en aantrekker is een derde vector, hier de
verstarder, loodrecht staand op dat punt in het vlak. Op die wijze is elk
vectorproduct binnen het organisatievlak te “berekenen” met behulp van de
kurkentrekkerregel of rechterhandregel voor de richting van die vector. Deze
vector, hier de “Verstarder”, wordt ook wel de Normaalvector in de wiskunde
genoemd. De aantrekker staat voor waarom
je bij een organisatie wil horen, haar missie of de doelstelling, de cultuur of
wat dan ook. Het gedrag van hun allen tezamen (de organisatie) doet deze vector
bewegen over het dynamiekvlak. De splijter staat voor de vector die in de plooi
of daaraan parallel ligt. Zij kan een organisatie naar de afgrond doen gaan,
het “van het organisatievlak doen vallen”. De verstarder is de vector die zowel
haaks op de aantrekker staat als ook op
de splijter. Daarmee blijf de organisatie in een impasse. De dynamiek is eruit.
Het richt zich niet mee in het vlak zoals de aantrekker en de splijter dat wel
doen, maar is extravert geprojecteerd. Op zich is dat logisch. Immers elk
dilemma bestaat uit een positief en een negatief standpunt. Vandaar dit
“vectorproduct” dat tot de verstarder
leidt.
~~~~~~~~~~~~~
Binnen Complexe Adaptieve
Systemen ontstaan voorkeursloopings, die later “bestempeld” kunnen worden als
patronen. Hierin is er sprake van meer of mindere bekende aantrekkers binnen
het systeem zelf. Ondanks de chaos is hier een stochastisch gedrag te bepalen –
determinisme – vanuit deze chaotische dynamiek. Echter zo zijn er ook
verscheidene fenomenen binnen de natuur, waarvan het gedrag niet te bepalen is,
alleen de kans op een bepaald gedrag is vast te stellen. René Thom stelde op
grond van de structurele stabiliteit als
grondslag in zijn catastrofetheorie vast, dat achter elke structureel stabiele
stochast een te determineren dynamiek schuilgaat. Het is die volgens Thom te
determineren dynamiek, die een vorm van de waargenomen kansverdeling bepaalt.
Dat wil zo veel zeggen dat wanneer gedrag niet volgens de alom bekende en
aanvaarde stochastische methodieken voorspelbaar zijn, er dus een ander soort
dynamiek achter schuilging.
Dit is het fractaal of chaotisch gedrag, dat
bepaald wordt door een zogenaamde “vreemde” aantrekker, waarmee emergentie –
spontane creatie – ontspruiting of ontvouwing kan worden verklaard en waarvoor
Thom´s redenering niet opgaat. Hoe blij kun je dus zijn met chaos in je
organisatie of team ?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten