maandag 28 januari 2013

Autisme (1)

Autisme bezien vanuit het intuïtieve spectrum

Zoals ik eerder al vermeldde, zou ik een hoofdstuk aan Autisme besteden”. Als je dit onderwerp in een breder perspectief plaatst, zal je mogelijk inzien waarom ik dit onderwerp in het boek opgenomen heb. Om te beginnen zou je vraag kunnen stellen : “Wat behelst het fenomeen “Autisme” eigenlijk ? Meer over Autisme in mijn boek “Van Nomade tot Monade”.

In hoeverre kent het Autisme Auto-nomiteit in zich ? Het is een belevingswereld waarbinnen gevoelens van andere individuen moeilijk inpasbaar of in te schatten zijn. Is dit het gebrek of de beperkende kracht om gebruik te kunnen maken van intuïtie ? Dat hangt wellicht af van welk aspect je binnen intuïtie dit hanteert. Ik kan daarbij intuïtie als spectrum beschouwen, net zoals de Zorg aangaande de Psychiatrie deze wijze binnen Autisme toepast. Intuïtie praat over patronen, associërende denkwijzen als ook anticiperende en inschattende skills. Wellicht dat deze interpretatie van intuïtie prima verloopt als het binnen de grenzen en belevingen van de autist zelf liggen. Ten aanzien van de communicatie over en weer met andere individuen wordt het aspect sympathie en empathie veelal onjuist gehanteerd door de autist in kwestie, althans dat is de interpretatie van de buitenstaander, “de gemiddelde of normale mens”. Is dit dan binnen het spectrum Intelligentie te vatten ?
~~~~~~~~~~~~~
Ja, dat denk ik wel. In het hoofdstuk over “Intelligentie” heb ik een aantal intelligenties beschreven. Intuïtieve Intelligentie valt daar ook onder. Intuïtie, wat ik in mijn vorige boek “Apprenti” uitgebreid beschreef, beschouwde Henri Bergson als sympathie, al dan niet integraal met empathie; “het ontbreken van of de niet-ten-volle-ontwikkelde skills (consciousness & intelligence) van het invoelend vermogen ten aanzien van iemands omgeving en behoeften.” Ook wel de “Relationele Intelligentie” genoemd door mij. De interactie met je omgeving. De juiste modus van assertiviteit, die essentieel is voor beide partijen. Later meer over het begrip “Assertiviteit”. Dat Henri Bergson het woord sympathie zo vaak gebruikte, is mogelijk gelegen in het feit dat hij in eerste instantie het beroep van neuro-fysioloog uitoefende.
~~~~~~~~~~~~~
Om op dat laatste door te gaan, kent ons ons lichaam een sympathisch en een parasympathisch zenuwsysteem. Het sympathische zenuwstelsel reguleert actief de functies van de organen tijdens dagelijkse bezigheden en onder normale omstandigheden. De werking van de parasympathische tak is meestal omgekeerd aan die van de sympathische, wanneer een orgaan zowel sympathisch als parasympathisch geïnnerveerd wordt. Activatie van de sympathische outflow wordt gestimuleerd door woede, angst, stress enzovoort. Activatie van de parasympathische outflow is geassocieerd met het bewaren van de energie en het in stand houden van orgaanfuncties gedurende periodes met minder activiteit, onder andere gedurende je slaapfase. Het parasympathische systeem is in tegenstelling tot het sympathische systeem essentieel voor het leven en het onderhoudt tevens ons “alert system”. Zie hierin het creërende en het controlerende aspect van 2 elkaar aanvullende en in evenwicht houdende systemen.
~~~~~~~~~~~~~
Dat is de bio-wetenschappelijke en concrete versie van het begrip sympathie. Zie ook hier een dualiteit van 2 vermeende tegengestelde systemen. Zij zorgen voor een energetische balans binnen ons lichaam, waarbij elk systeem haar eigen taken heeft. Deze versies van systemen zijn in de abstracte dimensies te brengen, zo introduceerde Bergson de sympathische systemen als sympathieke systemen binnen het mentale vlak. Deze vertaalslag is alleen te maken als je hierin het aspect “energie“ als uitgangspunt neemt, zoals ook Wolfgang Pauli’s invalshoek was inzake zijn “Psychofysica” of “Psychoïde”, wat David Bohm later weer heeft doorgetrokken naar zijn “impliciete orde

~~~ einde deel 1 ~~~

Geen opmerkingen:

Een reactie posten